Sporen van Antwerpens gouden eeuw: Artikel 2 Het Vleeshuis

In onze reis door historisch Antwerpen neem ik u mee de bloedberg op. Ik moet sommigen teleurstellen, deze verhevenheid in het reliëf heeft zijn benaming niet van een lugubere moordzaak of wapenfeit, maar dan wel aan het prachtige gebouw dat er zich bevindt, het vleeshuis. We keren terug naar eind 15de eeuw. Brugge heeft zijn rol als de handelshaven van West-Europa haast uitgespeeld en Antwerpen heeft de fakkel al overgenomen. Kooplui van alle streken vestigen zich in de havenstad, Duitse en Engelse schepen meren aan op de talrijke kaaien. Ook de Portugese schepen vol specerijen hebben hun weg naar Antwerpen gevonden. Het gaat Antwerpen voor de wind. Het bevolkingsaantal stijgt aan een snel tempo, er is werkgelegenheid zat en arbeiders verenigen zich in ambachten.
Eén van de oudste ambachten was die van de vleeshouwers. De slachters of vleeshouwers hadden al in de 11de eeuw een vaste stek om hun geslachte waren aan de man te brengen. Hier had iedere slager een vleesbank. Het aantal vleesbanken was dan al vastgelegd en overlevering van de banken kon enkel van vader op zoon. Vleeshouwer worden was dus een erfelijk privilege. De vleesbanken van de 11de eeuw stonden hoogst waarschijnlijk nog in open lucht, maar in 1250 zerd er door de hertog al geordineerd dat er een vleeshuis moest komen. Hoe dit eerste vleeshuis eruit heeft gezien, is niet geweten. Wel weten we dat het ongeveer op dezelfde plek stond als het huidige en dat het ongeveer half zo groot was. Dit is ook de reden dat aan het eind van de 15de eeuw de eerste plannen opgaan om een groter, monumentaal vleeshuis op te trekken. De vleeshouwers, die instonden voor de volledige financiering, kregen het geld bijeen via lijfrentes. De werken voor het nieuwe vleeshuis begonnen in maart 1502 en in 1504 was het gebouw al voltooid. Vermoedelijk is Herman de Waghemakere -bekende bouwmeester die de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, Sint-jacobskerk en de al afgebroken Sint-Walburgiskerk op zijn palmares heeft staan- architect van het project. Hij heeft het Vleeshuis opgetrokken in Laatgotische stijl. Ook is het vleeshuis het meest bekende voorbeeld van de zogenaamde speklagen. Hierbij werden de goedkopere rode baksteenlagen afgewisseld met de sterkere witte zandsteenlagen, een constructiewijze die haast overal in de Nederlanden werd gebruikt. Bijzonder is wel dat men bij deze constructiewijze meestal afwerkt met een laag natuursteen, hetgeen dat bij het vleeshuis duidelijk niet gebeurd is. Het vleeshuis is afgewerkt met 4 pagaddertorentjes, het 5de is vermoedelijk in de 17de eeuw pas op de trappentoren gezet. Het slachtbedrijf in het vleeshuis en op de bloedberg sterft een stille dood in de 19de eeuw. Het vleeshuis wordt daarna nog gebruikt als opslagplaats, schouwburg en schilderatelier van oa Niçaise de Keyser. Een overlevering verhaalt dat Hendrik Conscience de Keysers atelier bezocht en er door zijn schilderij "De slag der gulden Sporen" inspiratie vond tot het schrijven van het meesterwerk "De leeuw van vlaanderen".
Laten we 500 jaar terug in de geschiedenis duiken en stel u even het vleeshuis en zijn onmiddelijke omgeving voor;
Een mierennest van mensen en dieren. Binnenin het vleeshuis is er een drukte van jewelste, mensen worden door vleeshouwers van de ene vleesbank naar de andere getrokken. Er wordt luidruchtig gediscussieerd en geboden. Buiten bevangt de geur van rottend slachtafval, bloed en mest van de runderen. Het bloed vloeit in stille watervalletjes uit de slachthuisjes rondom het vleeshuis en de vliegen zwermen talrijk. Ook varkens tieren welig in de glibberige straatjes van de bloedberg. Worsten en pensenverkopers staan rond het vleeshuis te roepen naar voorbijkomende burgers. Bedelaars schuifelen door de straten, op zoek naar voedsel.
Een 'sfeerbeeld' van een typische dag rond het vleeshuis. U merkt dat men Hygiëne niet echt hoog in het vaandel droeg, ondanks de zovele verordeningen en regels van de stad. Ik kijk nog eens rondom mij, het is in ieder geval toch al wat properder. En toch zou ik wel eens naar de 16de eeuw willen reizen om, te midden van al die gruwelijke bedrijvigheid, een vers en hormonenvrij stuk vlees te kopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten