Sporen van Antwerpens gouden eeuw: Artikel 1 Godjumenas/Semini

Een groepje toeristen staan aan het standbeeld van de Lange Wapper, met een schuin oog houden ze een jongeman in de gaten die naar de Steenpoort omhoog staart. Hij kijkt naar een donkere steen boven de poort… .
Monumentaal is het niet, het eerste object in onze historische tocht doorheen Antwerpen. Het is zelfs amper herkenbaar voor het ongetrainde oog. Het is zelfs geen product uit Antwerpens gouden eeuw. Doch, vraag ik aandacht voor dit ongekende artefact, met verantwoording dat dit de alleroudste en meest merkwaardigste schat is, die Antwerpen rijk is. Je moet al goed zoeken om het te ontdekken. Daar, boven de ingangspoort van de vroegere burchtmuur, prijkt hij nog even trots als meer dan een millennium geleden. Hij was er zelfs al eeuwen voor de burcht werd opgericht in de 10de eeuw.
In de donkere rechthoekige steen vlak boven de poort kun je uit de beschadigde steen nog de omlijning van een ventje vinden. Het mannetje staat er met benen en armen gespreid, al ware het de voorganger van de mens van Vesuvius. De beeltenis heeft door zijn rare stand dan ook de bijnaam ‘Godjumenas’ gekregen. (Voor de diegene die het Antwerps dialect niet hebben mogen genieten; jumenas is synoniem voor gymnastiek.) Over de oorsprong van het beeldje is niets gekend. Men schat dat het beeldje uit de 2de of 3de eeuw stamt, maar hier zijn geen bewijzen voor te vinden.

In het 16de eeuws Antwerpen werd er in humanistische kringen ijverig gezocht achter de oorsprong van de stad. Dit is een typisch kenmerk uit de renaissance, waarin men het verleden ging verbloemen en verheerlijken. Met veel verbeelding en aanpassingen van oude namen probeerde men aan te tonen dat de naam Antwerpen afgeleid kon worden uit de naam verpus en die naam zou dan weer verband gehouden hebben met de God Priapus. Als bewijsvoering gebruiken ze Semini, dit zou de god Priapus moeten voorstellen. Ons beeldje zou dan ook een enorm geslachtsdeel moeten gehad hebben in oude tijden. Het beeldje wordt in de kronieken ook vermeld door de wijkmeester Ketgen in de 17de eeuw;
“Op dese poort stont eene figuer in fatsoen van een helsch duyvelken met een vreempt fatsoen –de genitori-, welck duyvelken of afgoyken, scriptor in syne volle posture nog heeft sien staen, d’welk, want het was te scandaleus om sien, hebben de paters societatis Jesu anno 1587 onbegrepen doen afcappen”
Hier ondersteunt Ketgen de theorie dat het reliëf voorzien zou zijn van een fallus en beweert dat de Jezuïeten deze hebben afgekapt tijdens de reformatie. Hij meldt tevens dat zijn scriptor het beeld nog heeft zien staan ‘in vol ornaat’. Als men een beetje kritisch onderzoekt, merkt men al gauw enkele fouten. Zo vermeldde geneesheer en humanist Becanus al in de 16de eeuw dat de ‘genitori’ van het figuurtje destijds uit schroom al afgekapt zou zijn.
Misschien heeft het beeldje nooit een ‘fallus’ gehad, misschien stelt het helemaal geen god voor? Theorieën circuleren er genoeg rond, er is maar één ding zeker, we zullen nooit de oorsprong weten van ons geliefd beeldje. Misschien is dat nog niet zo’n slechte zaak, vele Antwerpenaren dragen het oudste relict van de stad hoog in het vaandel en blijven hem liever papa Semini noemen.
Het is moeilijk te geloven dat deze waardevolle steen in weer en wind zijn post blijft behouden aan de toegangspoort van zijn stad. Het opzoekwerk dat ik deed om dit artikel te maken heeft voor mij heel de semini-saga op losse schroeven gezet. Maar of het beeld nu Romeins, Scandinavisch, Frankisch of Keltisch is, hij mag met recht de vader van alle Antwerpenaren genoemd worden. En als u, beste lezer, zich eens aan de Scheldekaaien bevindt, wandel dan even voorbij Lange Wapper, en breng een groet aan Godjumenas. Want de nieuwe generaties Antwerpenaren durven het in geheimen gesluierde beeldje wel eens vergeten.

3 opmerkingen:

  1. Toch fijn dat iemand de moeite doet om oude tradities en beelden in de aandacht te brengen.
    Leerrijk en boeiend geschreven.

    BeantwoordenVerwijderen