inleiding Antwerpens gouden eeuw

Toen me de kans geboden werd om een artikel te schrijven over één van mijn grootste interesses, kon ik moeilijk weigeren. Ik tracht al jaar en dag Antwerpenaren en bezoekers van de havenstad warm te maken voor de stadsgeschiedenis. Zonder succes, want het romantisme is ver zoek en bepaalde studentikoze vrienden van me herinneren vaak nog niet meer waar ze de dag ervoor uitgegaan zijn, laat staan dat ze net iets dieper willen duiken in de geschiedenis. Blijkbaar ben ik de enige jonge gast die zijn vrije dagen in het stadsarchief doorbrengt, of dromend door de Antwerpse straten kuiert.
Ik sta op dit moment op het Willem Ogierspleintje, tegenover mij staat het Steen, nog als een verminkte burcht, en verder is er drukte van jewelste op de kaaiweg en staan de lege hangars aan de kaai weg te rotten. Hoe kan ik op één A4 blad de mensen verhalen over Antwerpens gouden eeuw, terwijl haast alle sporen vernield zijn. Hoe gaan de mensen geloven dat het Antwerpen uit de 16de eeuw de economische draaischijf van de wereld was, dat onze handel de wereld heeft getekend en wetenschappers, geleerden en zakenlui elkaar verdrongen om poorter te worden in Antwerpen. Ik laat mijn fantasie draaien en in mijn hoofd beeld ik het grondplan van cartograaf Boloniensis in, anno 1565. We staan nog steeds op hetzelfde plaatsje, maar in mijn hoofd is het zicht totaal veranderd. We staan in de oudste buurt van Antwerpen. De kaasstraat ging vroeger verder in de gevangenisstraat en over de palingbrug de burcht binnen. Weinig mensen weten dat als men in het midden van het noorderterras gaat staan, men eigenlijk in het midden staat van een cirkel die de burchtmuur en zijn vestinggracht vormde. Waar nu de Schelde aan het terras loopt, liep de burcht vroeger tot ver in de Schelde. Die uitsprong in de Schelde, werf genaamd, was het centrale punt van de Antwerpse scheepvaart. Gigantische getallen schepen werden hier gelost en geladen door arbeiders, die in hun gilde of ambacht de nodige bescherming en zekerheid genoten. Grotere schepen die niet tot aan één van de zovele loskaden konden, werden in het midden van de woelige schelde gelost door kleine schuiten die de goederen via waterwegen, tot diep in de binnenstad brachten. Antwerpen hoefde niet onder te doen voor Venetië, de stad had een ruien en vestensysteem dat heel de stad doordrong en de koopmannen de kans liet om goederen vlak aan hun bedrijfje te ontvangen. U kunt er zeker van zijn dat alle stenen van Onze lieve vrouwenkathedraal over de ruien gevaren hebben. Ooggetuige Guicciardini praat over minstens 74 bruggen in laat-middeleeuws Antwerpen over deze waterwegen.
Antwerpen beheerste, met internationale faam, de handel over heel West –en Noord Europa. Drukkers en geleerden brachten de Renaissance binnen, en de Beurs, het eerste gebouw ter wereld dat tot dit doel werd gebouwd, bracht geldhandelaars van heel de wereld naar Antwerpen. Het is hier dat kapitalisme een begrip werd. Bronnen uit die tijd praten over een mierennest van mensen en karren in de straten, met op iedere brede straat of plein rumoerige markten, waar zowel arbeiders als edelen rondliepen.
Mijn sjaal waait mee met de wind, ik prop hem terug onder mijn jas. Ik kijk de Schelde toe, ik beeld me in dat in plaats van een paar schamele flandria-boten, er 100 tal schepen varen, waaronder heuse galjoenen. Ik kan het Antwerps stadsbestuur nooit vergeven dat ze het oudste, meest kostbare stuk Antwerpen in de 19de eeuw vernietigd en weggebaggerd hebben, de oude walburgiskerk, de oude huizen binnen de burcht, de kronkelende straatjes… . De ‘aanwerp’ waar Antwerpen hoogst waarschijnlijk zijn naam aan dankt, bestaat enkel nog in gedachten.
Ik besef nu wel dat ik er nooit in geslaagd zou zijn om de opkomst en bloei van Antwerpen te beschrijven, maar ik hoop wel dat ik een deeltje van de sfeer heb kunnen vastleggen en bij enkele mensen een vlammetje heb doen aanwakkeren. We zouden allemaal trots moeten zijn op die roemrijke eeuw, waarin Antwerpen één der belangrijkste, zoniet op vele vlakken dé belangrijkste stad ter wereld was. Alles is nu groter, maar Antwerpen zal nooit meer zo groots zijn, zoals ze was in de 16de eeuw.



Antwerpens gouden eeuw: artikel 1 Godjumenas/Semini

3 opmerkingen:

  1. Carl Van der Cruyssen18 april 2010 om 03:51

    Niet voor verbetering vatbaar.

    Doorgaan! Wacht op je verdere schrijfsels.
    Mercikes en groetjes.

    Carl

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Met het hart op de rechte plaats trachten we nog zoveel mogelijk te bewaren in onze stad!
    We zoeken Sinjoren met een warm hart.

    Proficiat!
    Paula

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Boeiend en visualiserend geschreven, je hebt inderdaad Antwerpen hier een stukje laten herleven. Als het zomer was, vroeg ik jou onmiddellijk een bezielende rondleiding door het 'oude' Antwerpen, maar dat kan volgend jaar ook nog. Proficiat alleszins.

    BeantwoordenVerwijderen